Zoutleeuw en Bouts: goede partners

Als dé brandstofleverancier van Limburg leveren we er al meer dan 60 jaar mazout in de Zoutleeuw.
Wij komen er graag! Want vele gezinnen en bedrijven rekenen dan ook op onze service.
Wij verzekeren alle inwoners van deze fantastische gemeente steeds van een lekker warm huis.

Groots Middeleeuws verleden

‘Leeuw’, voor de 16e heette Zoutleeuw nooit anders dan ‘Leeuw’, groeide uit tot een belangrijke economische centra in het hertogdom Brabant!

  • Tijdens de vroege Middeleeuwen was Leeuw een havenstad aan de toen bevaarbare Kleine Gete waar klipzout uit de Vogezen werd ingevoerd. Het was de verst inwaarts gelegen binnenhaven van Vlaanderen!
  • De stad lag bovendien langs de belangrijke handelsweg die in het midden van de 12de eeuw werd voltooid en die Keulen met Brugge verbond.
  • Ook was Leeuw bekend om zijn lakenindustrie: het Leeuwse laken werd in het Maas- en Rijnland en in Engeland en Frankrijk verhandeld. Hierdoor werd de stad in 1312 een van de zeven vrije steden van het hertogdom.
  • Handelaren uit de Republiek Venetië en de Republiek Genua, op weg naar Brugge, openden er een bank.
  • Twee stadsomwallingen deden dienst als verdediging tegen invallen van het nabijgelegen prinsbisdom Luik. Talrijke resten hiervan zijn nog te vinden in het stratenpatroon en zowel onder- als bovengronds aanwezig: o.a. het Heksenkot, muurresten aan het Walstraatje, restanten Sint-Truidensepoort, De Vesten-Kamiano, …

Economisch ging het bergaf vanwege de groeiende concurrentie maar militair-strategisch won de stad aan belang. Met de bouw van de Spaanse citadel kwam er nog een derde nieuwe muur, diagonaal gelegen tussen de 1ste en de 2de omheining, bij. Ondanks al deze inspanningen heeft dit wonder van militaire krachtpatserij de herhaalde verovering en plundering van de stad niet kunnen tegenhouden.

De legende van de verzonken stad

Het grootste natuurlijke binnenmeer in Vlaanderen, het Vinne, speelt de hoofdrol in de legende van ‘De vloek van de bedelaar’.

In een Siberische koude kerstnacht sukkelde een bedelaar, de engel Gabriël, van deur tot deur, smekend om een stuk brood. Maar niet één ontfermde zich over hem. Toen hij de hele stad rond was gegaan en helemaal niets had gekregen om zijn honger te stillen, vervloekte hij de zondige stad. Wie goed luistert kan in de kerstnacht onder de grond de klokken horen luiden en uit het donkere water stijgen mysterieuze stemmen op.”