Bree en Bouts: onafscheidelijk verbonden

De familie Bouts breidde in de jaren 1950, in de Nieuwstadpoort 45 te Bree, haar bedrijf als Limburgse energieleverancier verder uit.
Vele Breenaren zijn dan ook vertrouwd met Bouts. Al decennialang verzekeren wij de inwoners van deze ‘Parel der Kempen’ van een lekker warm huis.
En wij komen er nog altijd graag!

Een historische stad

  • Archeologische vondsten geven aan dat er al bewoners waren in het neolithicum, de bronstijd, de Romeinse en de Merovingische tijd.
  • In de late middeleeuwen was Bree een versterkte stad met een gracht, een omwalling en 4 stadspoorten: de Gerdingerpoort, de Nieuw¬stadpoort, de Kloosterpoort en de Opitterpoort. Vandaag duidden kasseimozaïeken op de kleine ring de vier stadspoorten en de verdedigingstorens van de stadswallen aan.
  • Het voormalig Augustijnenklooster (1657) is nu het stadhuis van Bree, gelegen op het Vrijthof.
  • Sint Michiel is de patroonheilige van Bree, van de wapendragers en allerhande beroepen die met de weegschaal te maken hebben, gaande van apothekers, over ambulanciers tot bakkers.
  • De Abroxmolen is de geboorteplaats van Jan van Abroek (Beek 1440 - Hoogcruts 1510), kanunnik in de Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem, belangrijk hervormer van de Heilige Graforde. Hij stichtte in 1480 het eerste kanunnikessen klooster in de Lage Landen te Kinrooi.
  • Sinds de jaren 1800 brouwt het familiebedrijf Cornelissen ambachtelijke bieren, vanaf 1859 doet ze dat in Opitter.
  • De stad herbergt ook de kleinste koffiebranderij, de Gulden Tas, in België.

Bokkenrijder: Nolleke van Geleen

Vanaf 1786 – 1790 werd het Breese platteland geteisterd door de Bokkenrijders.
Voor velen waren de Bokkenrijders criminelen – dieven en rovers vooral, maar soms pleegden ze ook moorden – die volgens de legende op bokken door de lucht vlogen. Voor anderen had deze mysterieuze dievenbende een Robin Hood-achtige charme.

De bekendste bokkenrijdersleider van Bree was Joannes Arnold van de Wal (1749 – 1789) gekend onder zijn bijnaam Nolleke van Geleen. Nolleke was gehuwd met Barbara ‘Berbke’ Baggen (1744 – 1790). Samen kregen ze zes kinderen.

Nolleke van Geleen werd kapitein van de Bokkenrijders in Bree in 1782. Onder zijn leiding werden diverse inbraken gepleegd en brandbrieven gelegd. Als de ontvanger van een brandbrief geen geld betaalde, dan werd zijn huis in brand gestoken.
Hij werd op 9 juli 1789 aangehouden op bevel van luitenant-drossaard Van de Cruys en verhoord onder tortuur. Hij bekende zijn misdaden en eindigde zijn leven aan de galg: op 21 september 1789 werd hij opgehangen. Zijn vrouw Barbara ‘Berbke’ Baggen werd later opgepakt en op 2 januari 1790 opgehangen.

In Bree werden in totaal vijftien vermeende leden van de bende opgehangen, en twee gewurgd.